Werknemers hebben recht op een transitievergoeding als de werkgever hun contract beëindigt. Ook als een tijdelijk contract niet verlengd wordt, hebben zij in veel gevallen recht op een vergoeding. Voor ontslag van zieke werknemers kunt u als werkgever compensatie aan vragen. Heeft u tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020 een transitievergoeding betaald? Dan moet uw aanvraag voor compensatie uiterlijk 30 september 2020 bij UWV liggen.
Helaas moest u het contract van een langdurig zieke werknemer beëindigen. Uw ex-werknemer heeft recht op een transitievergoeding. Dit bedrag kan best hoog oplopen. U vraagt zich af of u recht heeft op compensatie.
Transitievergoeding is een bedrag dat een werkgever aan een werknemer moet betalen bij ontslag. Het is een vergoeding voor het ontslag om de nadelige gevolgen op het inkomen van de werknemer te compenseren en om het gat tussen twee banen te overbruggen. De ontslagen werknemer zit na ontslag misschien een periode thuis waarin hij geen inkomen heeft. De vergoeding helpt hem of haar deze periode door te komen.
U kunt compensatie aanvragen voor transitievergoedingen die u na 1 juli 2015 heeft betaald. De compensatieregeling geldt alleen voor vergoedingen aan werknemers die langer dan 104 weken arbeidsongeschikt zijn. Dus niet voor werknemers die niet (meer) ziek zijn op het moment van ontslag. Het maakt niet uit op welke manier de arbeidsovereenkomst eindigt. Dat kan dus ook als u een beëindigingsovereenkomst met uw werknemer sloot.
De compensatie voor de transitievergoeding kunt u aanvragen op de website van UWV. Daar kunt u in het werkgeversportaal het digitale formulier ‘Aanvraag compensatie transitievergoeding’ invullen. Om toegang te krijgen tot het portaal heeft u eHerkenning nodig. Heeft u nog geen eHerkenning, dan kunt u dit online aanvragen via het UWV.
Het UWV heeft een aantal bewijsstukken nodig om uw aanvraag te beoordelen. De bewijsstukken kunt u uploaden in het werkgeversportaal. UWV vraagt om:
De arbeidsovereenkomst. Heeft u geen arbeidsovereenkomst meer, stuur dan een document mee waarop de begindatum van de arbeidsovereenkomst staat. Bijvoorbeeld een loonstrook.
Bewijs van het einde van de arbeidsovereenkomst. Dit kan de beëindigingsovereenkomst zijn, de uitspraak van de kantonrechter, de ontslagvergunning van UWV of uw opzeggingsbrief.
Een verklaring dat uw werknemer ziek uit dienst is getreden, de periode van de arbeidsongeschiktheid en de naam van de bedrijfsarts (deze verklaring hoeft niet te worden overgelegd als u een ontslagvergunning van het UWV hebt).
Loonstrook met brutoloon tijdens hele periode van ziekte. Een loonstrook van de periode vóór de datum waarop de werknemer 1 jaar ziek was én de loonstrook van de periode waarin het opzegverbod bij ziekte is verstreken.
De berekening van de transitievergoeding.
Bewijs van betaling. U kunt bijvoorbeeld een bankafschrift aanleveren waarop de betaling van de vergoeding staat. Betaalde u de vergoeding in delen, dan moet u van alle betalingen een betaalbewijs meesturen.
Als er inzetbaarheidskosten en/of transitiekosten zijn afgetrokken van de vergoeding
Het UWV vraagt dan om:
• Een bewijs dat uw werknemer het goed vindt dat de transitievergoeding verlaagd is in verband met inzetbaarheidskosten en/of transitiekosten;
• het betaalbewijs van de inzetbaarheidskosten en/of transitiekosten.
Als er eerder een transitievergoeding is betaald.
Als u of uw rechtsvoorganger eerder een transitievergoeding heeft betaald aan uw werknemer dan vraagt UWV om een betaalbewijs van deze transitievergoeding.
Bij dienstverlening aan huis in dienst bij een particulierAls uw werknemer minder dan 4 dagen per week onder andere huishoudelijk werk heeft gedaan, stuur dan de laatste loonstrook mee.
Als uw werknemer (deels) jonger was dan 18 jaar.
Stuur een overzicht van de gewerkte uren in de maanden waarin uw werknemer jonger was dan 18 jaar.
Als uw werknemer ploegentoeslag en/of overwerktoeslag heeft ontvangen.
Stuur alle loonstroken mee waarop de ploegentoeslag en/of de overwerktoeslag staat. Dit geldt voor de laatste 12 maanden van dit opzegverbod.
Als uw werknemer winstuitkering en/of bonus(sen) heeft ontvangen.
Stuur alle loonstroken mee waarop de winstuitkering of bonus(sen) staan. Dit is beperkt tot de laatste 36 maanden voor het einde van het opzegverbod.
Betaalde u de transitievergoeding tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020? Dan moet uw aanvraag voor compensatie uiterlijk 30 september 2020 bij UWV binnen zijn. Betaalt u de vergoeding na 1 april 2020? Dan moet u binnen 6 maanden na de volledige betaling de compensatie aanvragen. Vraagt u de compensatie te vroeg of laat aan, dan wordt uw aanvraag afgewezen. Houdt u hier dus rekening mee.
Is het niet mogelijk binnen 8 weken te beslissen? Dan geeft UWV aan binnen welke termijn zij wel een beslissing kan nemen. Er geldt een langere termijn als het einde van de 104-weken-wachttijd voor 1 april 2020 lag. UWV heeft in die gevallen 6 maanden de tijd om een beslissing te nemen. Als u het niet eens bent met de beslissing van UWV kunt u bezwaar maken.
U krijgt maximaal een compensatie voor het bedrag dat een werknemer aan transitievergoeding zou krijgen op het moment dat de periode van loondoorbetaling bij ziekte eindigt (104-weken). Werkgeverspremies worden niet vergoed. Het UWV compenseert geen wettelijke rente, ook niet bij betalingen in termijnen.