Smartengeld is een vergoeding voor immateriële schade die ontstaat door letsel. De Nederlandse rechter wijst steeds vaker smartengeld toe aan slachtoffers. Ook worden de bedragen hoger. Maar in welke situaties heeft u nu recht op smartengeld en hoe is dit geregeld? U leest het in dit artikel.
De meeste materiële schade kan makkelijk worden opgelost door een vergoeding in geld. Bijvoorbeeld een vergoeding voor de reparatiekosten van uw fiets of vervanging van kleding. Smartengeld is een schadevergoeding in geld voor lichamelijke of geestelijke klachten die u overhoudt na een bijvoorbeeld een ongeval waar iemand anders voor verantwoordelijk is. Aan bijvoorbeeld een aanrijding kunt u zowel lichamelijke en geestelijke klachten overhouden.
Voorbeelden hiervan zijn:
Pijn
Ongemak
Leed
Gederfde levensvreugde
Anders dan bij materiële schade is het vaak lastig een concrete waarde aan opgelopen immateriële schade te koppelen. De wet zegt dat de veroorzaker van schade het slachtoffer moet terugbrengen in de oorspronkelijke situatie voorafgaand aan het ongeval (of andere gebeurtenis). Maar lichamelijk leed kun je niet wegnemen of terugdraaien, dat is nu eenmaal gebeurd. Daarom staat in de wet dat het slachtoffer voor het aangedane leed moet worden gecompenseerd. Het is naast de compensatie die de wet eist, ook bedoeld als een genoegdoening voor het slachtoffer. Soms hebben ook andere personen recht op een bijzondere vorm van smartengeld, zoals bij affectieschade of schokschade.
U heeft recht op een vergoeding van smartengeld als u lichamelijke of geestelijke klachten heeft die iemand anders heeft veroorzaakt. U moet wel aantonen dat die persoon aansprakelijk is voor het ontstaan van uw klachten. Deze persoon noemen we uw tegenpartij. De tegenpartij is verantwoordelijk voor het betalen van het smartengeld. Soms kan de tegenpartij een beroep doen op een verzekering, bijvoorbeeld de aansprakelijkheidsverzekering of de autoverzekering.
De hoogte van de smartengeldvergoeding wordt bepaald door de persoonlijke situatie van het slachtoffer. De hoogte van het smartengeld is bijvoorbeeld afhankelijk van:
De leeftijd van het slachtoffer;
Welke klachten het slachtoffer heeft;
Hoelang het herstel duurt;
Welke beperkingen het slachtoffer ervaart door de klachten;
Welke blijvende beperkingen of littekens het slachtoffer overhoudt;
Welke medische behandelingen het slachtoffer nodig heeft (gehad);
Welke klachten het slachtoffer al voor het ongeval had.
Iedere situatie is anders, maar er zijn regels die bepalen waar een slachtoffer ongeveer recht op heeft. De hoogte van het smartengeld is ook afhankelijk van eerdere uitspraken van rechters. In de Smartengeldgids van de ANWB staan een aantal van deze uitspraken. Voor lichamelijke klachten die binnen 6 maanden volledig zijn genezen, heeft De Letselschade Raad een richtlijn geschreven. In deze richtlijn staan ook bedragen als voorbeeld genoemd.
Het kan lastig zijn om zelf de hoogte van het smartengeld te bepalen. Heeft u een rechtsbijstandverzekering bij Centraal Beheer, Interpolis, FBTO, Avéro Achmea, InShared of HEMA? Dan staan onze juristen klaar om u te helpen.