Regelmatig volgen werknemers op kosten van hun werkgever een studie of opleiding. Voor toepassing in hun huidige baan, of juist als hulp om door te groeien naar een andere functie. Voor de start van een opleiding sluiten werkgever en werknemer vaak een studieovereenkomst waarin onder andere staat hoe de kosten worden afgerekend als de werknemer een andere baan buiten de organisatie vindt. In dit artikel lees je daar meer over.
Je hebt op kosten van je werkgever een studie gevolgd en vorig jaar afgerond. Je hebt een studieovereenkomst met je werkgever ondertekend. In deze overeenkomst staat dat je de studiekosten van € 12.000 moet terugbetalen als je ontslag neemt. Je bent nu bezig met een andere baan. Kun je onder deze studieovereenkomst uitkomen?
Als je een verplichte opleiding hebt gevolgd, hoef je daarvoor geen kosten terug te betalen als je ontslag neemt. Een verplichte opleiding is scholing die noodzakelijk is voor het verrichten van de functie. Dit zijn vaak verplichte opleidingen op het gebied van veiligheid of het bijhouden van vakbekwaamheid. De tijd die je besteedt aan een verplichte opleiding wordt gezien als arbeidstijd. Als werknemer heb je dus recht op loon. Alle kosten voor verplichte scholing zijn voor rekening van de werkgever. Dit staat in de wet Transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden.
Als je werkgever kosten betaalt van een opleiding die niet verplicht is voor je functie, kan een studiekostenbeding worden afgesproken. Een studiekostenbeding is een clausule in de arbeidsovereenkomst waarin werkgever en werknemer met elkaar afspreken dat de werkgever de kosten van een studie, opleiding of cursus, volledig of gedeeltelijk betaalt. De werkgever betaalt dan bijvoorbeeld het collegegeld of de werknemer werkt tijdens zijn studie voor minder salaris in ruil voor de vergoede studiekosten.
In de wet is niets geregeld over het terugbetalen van studie- of opleidingskosten voor niet-verplichte opleidingen. De Hoge Raad (het hoogste rechtscollege in ons land) heeft wel een aantal richtlijnen gegeven. Lees ze hieronder.
De overeenkomst moet op papier staan en helder geformuleerd zijn. Alleen dan is het voor jou duidelijk wat de terugbetalingsverplichting inhoudt.
De werkgever beschrijft in een zogenoemde ‘glijdende schaal’ hoe de terugbetalingsverplichting in gelijke mate en gedurende een vastgestelde periode afneemt.
Je betaalt 100% terug als je in het eerste jaar na afronding van jouw studie of opleiding opzegt. Je betaalt 75% terug als je in het tweede jaar na afronding van jouw studie of opleiding opzegt. Vervolgens 50% in het derde jaar en 25% in het vierde jaar.
Zeg je direct na het volgen van de opleiding je baan op? Dan moet je het gehele bedrag van je studiekosten terugbetalen. Zeg je 4 jaar later op? Dan hoef je niets meer terug te betalen. Jouw werkgever heeft voldoende profijt gehad van de investering. Welke periode redelijk is, hangt af van de aard van de opleiding en de kosten daarvan. Een periode van 3 à 5 jaar is redelijk. Uiteraard met een glijdende schaal.
Geen ‘glijdende schaal’? Dan kun je aangeven dat voor jou geen terugbetalingsplicht geldt.
Er bestaat dan een goede kans dat de rechter dit standpunt volgt.
Van belang kan zijn wie het initiatief heeft genomen voor het volgen van de studie of opleiding. Als de werkgever dat initiatief neemt, kan dat aanleiding zijn om minder snel een terugbetalingsverplichting aan te nemen.
Daarnaast kan nog van belang zijn:
Een beroep van de werkgever op een studiekostenbeding kan in strijd zijn met de redelijkheid en eerlijkheid.
Stel: Je hebt een tijdelijk contract en uw werkgever besluit jouw arbeidsovereenkomst niet te verlengen. In die omstandigheden kan het in strijd zijn met de redelijkheid en eerlijkheid als jouw werkgever je houdt aan de terugbetalingsregeling.
De kans is dan groot dat een beroep van de werkgever op het studiekostenbeding in strijd is met de redelijkheid en eerlijkheid. De werkgever kan alleen de werkelijk gemaakte studiekosten op jou verhalen.
Tenslotte is nog van belang dat onder de Wet werk en zekerheid scholingskosten soms in mindering mogen worden gebracht van de transitievergoeding. Het Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten transitievergoeding (Stb. 2015, 171) stelt echter (ook) strenge voorwaarden aan deze mogelijkheid. Het moet dan gaan om kosten die de werkgever heeft gemaakt om de inzetbaarheid van de werknemer binnen óf buiten het bedrijf te bevorderen. Een uitzondering geldt voor een opleiding die nodig was voor de eerste functie van de werknemer. Een andere uitzondering geldt voor re-integratiekosten en kosten die zijn gemaakt voor de herplaatsing van de werknemer.
Rechtsbijstandverzekering bij Interpolis, Centraal Beheer, FBTO of Avéro Achmea? Meld uw zaak. Onze juristen staan voor u klaar.
LegalGuard geeft snel juridisch advies voor een vast laag tarief.