Iemand heeft met opzet uw auto beschadigd. U doet aangifte bij de politie, die na onderzoek de zaak ter verdere behandeling naar het Openbaar Ministerie stuurt. Al snel krijgt u bericht dat de Officier van Justitie niet overgaat tot vervolging van de verdachte. U bent het hier niet mee eens. U vindt dat de persoon die uw auto heeft beschadigd hiervoor moet boeten. Nu de verdachte niet voor de strafrechter hoeft te verschijnen, kunt u uw eigen schade niet in deze strafzaak verhalen. Wat nu?
Uw auto staat geparkeerd op de camping. Als u ’s ochtends naar uw auto loopt, ziet u tot uw schrik dat deze rondom beschadigd is. Naast uw auto ligt een stuk hout. De beheerder van de camping laat u weten dat een groep jongeren de nacht ervoor meerdere vernielingen heeft aangericht.
Uw klacht gaat dan over het niet vervolgen van de verdachte (artikel 12 Sv). Om te weten bij welk Gerechtshof u uw klacht moet indienen, kijkt u op de website van De Rechtspraak. U kunt deze klacht alleen schriftelijk indienen (dus niet via e-mail of fax).
Als u een klacht indient bij het Gerechtshof, zet u de volgende gegevens in uw brief:
Het nummer dat de Officier van Justitie (parketnummer) of de politie (mutatienummer) aan de zaak heeft gegeven;
Om welk strafbaar feit het gaat, bijvoorbeeld vandalisme (moedwillig beschadigen van uw auto);
Wie vervolgd moet worden (de beklaagde);
Waarom u het niet eens bent met de beslissing van de Officier van Justitie.
Zet de datum en uw woonplaats onderaan de brief en plaats vervolgens uw handtekening. Vermeld op de envelop: Klacht artikel 12 Sv (wetboek van strafvordering).
Als u een brief van de Officier van Justitie ontving waarin staat dat hij niet tot (verdere) vervolging overgaat, stuurt u daarvan een kopie mee.
Voor het indienen van een klacht volgens artikel 12 Sv. heeft u geen advocaat of jurist nodig. Als u opgeroepen wordt voor een zitting om daar uw klacht mondeling toe te lichten, mag u een advocaat of jurist meenemen naar de zitting. U mag zich ook door iemand anders laten bijstaan op de zitting.
Als u een zaak aan het gerechtshof voorlegt, bekijkt het Gerechtshof eerst of zij bevoegd zijn uw zaak te beoordelen. Ook gaat men na of u als klager ontvankelijk bent. Hiermee wordt bedoeld: mag u de klacht indienen? Als deze vragen met ‘ja’ worden beantwoord, behandelt het Gerechtshof het beklag inhoudelijk. Het Gerechtshof kijkt naar het bewijs in uw zaak en naar het algemeen belang bij het wel of niet vervolgen. Het Gerechtshof zal de stukken bestuderen, adviezen vragen en klager en beklaagde oproepen om te worden gehoord.
Uiteindelijk beslissen de rechters of het Openbaar Ministerie of er wel of niet tot vervolging moet worden overgaan. U ontvangt hierover schriftelijk bericht.