Korting op uw opgebouwde pensioen en een lage dekkingsgraad. Het zijn termen die veel gebruikt worden in nieuwsberichten over pensioenen en pensioenfondsen. We zetten de veelgestelde vragen voor u op een rij.
De dekkingsgraad van een pensioenfonds geeft aan of een fonds genoeg geld heeft om de uitkeringen nu en in de toekomst te betalen. Als de dekkingsgraad bijvoorbeeld 100% is, dan is er precies genoeg geld. Het vermogen is dan gelijk aan de pensioenverplichting, namelijk de te betalen uitkeringen.
Er zijn twee belangrijke soorten dekkingsgraden:
1. De actuele dekkingsgraad: deze wordt per maand bepaald en kan grote wijzigingen laten zien.
2. De beleidsdekkingsgraad: dat is de gemiddelde dekkingsgraad van de laatste 12 maanden.
Op basis van de beleidsdekkingsgraad wordt besloten of het pensioen kan worden verhoogd met een zogenaamde toeslag (de indexatie) of misschien zelfs moet worden verlaagd (korting of afstempelen).
Als de dekkingsgraad gedurende een lange periode te laag is, worden de pensioenen verlaagd. Bij de meeste fondsen is de minimale grens een dekkingsgraad van ongeveer 104,3 %. Dit wordt het Minimaal Vereist Eigen Vermogen (VEV) genoemd. Als de dekkingsgraad 5 jaar achter elkaar lager is dan 104,3 %, dan moet het fonds de pensioenen verlagen.
Ook kan er worden gekort als de verwachting is dat de dekkingsgraad niet binnen 10 jaar stijgt tot het zogenaamde Vereist Eigen Vermogen (een dekkingsgraad tussen 110-130%).
De overheid heeft besloten dat de eisen voor de dekkingsgraad in 2020 minder streng mogen zijn. Pensioenfondsen die voor het zesde opeenvolgende jaar (het zesde meetmoment) onder de 104,3% zitten, hoeven de pensioenen nog niet te verlagen. In 2020 moeten de afspraken die gemaakt zijn in het Pensioenakkoord verder worden uitgewerkt. Daarna wordt pas duidelijk hoe de regels in de toekomst er precies uitzien.
Dit is onder andere afhankelijk van het Vereist Eigen Vermogen. Deze grens kan voor elk fonds anders zijn, omdat deze onder andere afhankelijk is van het beleggingsbeleid van het pensioenfonds. Deze grens ligt meestal tussen de 110 en 130%.
AIs de beleidsdekkingsgraad hoger is dan het VEV mag het pensioen volledig geïndexeerd worden. Wanneer de dekkingsgraad tussen 110% en het VEV ligt, dan mag er onder bepaalde voorwaarden voor een klein deel worden geïndexeerd.
Nee, bij een verzekerde regeling wordt er niet gekort. Heeft u een pensioen bij een verzekeraar dan heeft u meer zekerheid. Dit heeft te maken met het stelsel waarmee het pensioen wordt opgebouwd. Een fonds heeft een omslagstelsel: de groep werkenden betalen de premie voor de pensioengerechtigden. Bij een verzekeraar spaart u vaak voor uw eigen pensioen.
Als u een nieuwe baan heeft, kunt u vaak uw pensioen overdragen naar de verzekeraar of het pensioenfonds van uw nieuwe werkgever. Dan houdt u alles bij elkaar en raakt uw pensioen niet versnippert. Maar er zijn ook risico’s zoals een mogelijke korting op het pensioen. Waarde-overdracht kan minder goed uitpakken als u bijvoorbeeld pensioen hebt opgebouwd bij een verzekeraar en het pensioenfonds van uw nieuwe werkgever een lage dekkingsgraad heeft.